Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar het zal [27]een enige dag zijn, [28]die den HEERE bekend zal zijn; het zal noch [29]dag, noch [30]nacht zijn; en het zal geschieden, ten tijde [31]des avonds, dat het licht zal wezen. 27. Dat is, een dag die eeuwig duren zal. 28. De Heere alleen weet wanneer deze dag beginnen zal; Matth.24:36. 29. Te weten, zulk een dag, die met de zon voortkomt. 30. Te weten, zulk een nacht, als nu door het wegblijven der zon komt. 31. Versta hier door avond den gehelen nacht, of ten tijde van den avond; dat is, als het placht avond te worden. Zie Jes.60:20; Openb.21:23.